Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3
IEDER ZIJN TAAK
Christus zegt: “Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt.” Johannes 15:8. God heeft ons vermogens geschonken en ons talenten toevertrouwd om die voor Hem te gebruiken. Aan een ieder is zijn werk gegeven — niet enkel werk op zijn koren- en tarwevelden, maar vlijtig, volhardend werk voor de zaligheid van zielen. Elke steen in Gods tempel moet een levende steen zijn, een steen die glanst, die licht weerkaatst in de wereld. Laten de leke-leden alles doen wat ze kunnen; en wanneer ze de talenten gebruiken die ze reeds bezitten, zal God hun meer genade en grotere kennis geven. Veel van wat we op zendingsgebied doen, gaat ergens aan mank omdat zo velen weigeren de veelbelovende deuren die voor hen geopend zijn, binnen te gaan. Laten allen die de waarheid geloven, een begin maken met het werk. Doet het werk dat vlak bij de hand ligt; doet liever iets, hoe nederig ook, dan de mannen van Meros, die niets deden, gelijk te worden. USG3 256.3
We zullen geen gebrek aan middelen hebben, als we slechts voorwaarts gaan vertrouwende op God. De Here is bereid een groot werk te doen voor allen die waarlijk in Hem geloven. Wanneer de leke-leden van de gemeente zich willen opmaken om het Werk te doen dat zij kunnen doen en die strijd voeren ten eigen laste, waarbij een ieder nagaat hoeveel hij kan verrichten in het zielen winnen voor Jezus, dan zullen wij velen de rijen van Satan zien verlaten om zich te scharen onder de banier van Christus. Indien ons volk bereid is te handelen naar het licht dat gegeven is in deze enkele woorden van onderricht, zullen wij zeer zeker het heil Gods aanschouwen. Wonderbaarlijke opwekkingen zullen hieruit voorkomen. Zondaars zullen bekeerd en vele zielen aan de gemeente toegevoegd worden. Wanneer wij ons hart in verbinding met Christus brengen, en ons leven in harmonie met Zijn werk, zal de Geest die op de Pinksterdag op de discipelen viel, op ons vallen. USG3 257.1