Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

143/289

EENHEID ONS KRACHTIGSTE GETUIGENIS

Het is niet de tegenwerking van de wereld, die ons het grootste gevaar oplevert; het is het kwaad gekoesterd in de harten van belijdende gelovigen, dat voor ons de grootste ramp is en de vooruitgang van Gods werk zo bijzonder vertraagt. Er is geen zekerder weg om ons geestelijk leven te verzwakken dan naijverig, kwaaddenkend ten opzichte van elkander te zijn; vol van kritiek en boze vermoedens. “Deze is de wijsheid niet die van boven afkomt, maar is aards, natuurlijk, duivels. Want waar nijd en twistgierigheid is, aldaar is verwarring en alle boze handel. Maar de wijsheid die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeglijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende en ongeveinsd. En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen die vrede maken.” Jacobus 3 : 15—18. USG3 252.2

Eensgezindheid en verbondenheid, bestaande onder mensen van verschillende geaardheid, is het krachtigste getuigenis dat God Zijn Zoon in de wereld heeft gezonden om zondaars zalig te maken. Het is ons voorrecht dit getuigenis uit te dragen. Maar om dit ie doen, moeten wij onszelf onder het bevel van Christus plaatsen. Ons karakter moet gevormd worden in overeenstemming met Zijn karakter, onze wil moet onderworpen zijn aan Zijn wil. Dan zullen we samenwerken zonder enige gedachte aan botsing. USG3 253.1

Het blijven stilstaan bij kleine geschillen leidt tot acties die de Christelijke gemeenschap vernietigen. Laten we de vijand niet toestaan dat hij aldus overwicht over ons krijgt. Laten we dichter tot God en tot elkander komen. Dan zullen we zijn als bomen der gerechtigheid, geplant door de Here, en bevloeid door de rivier des levens. En wat zullen we dan vrucht voortbrengen! Heeft Christus niet gezegd: “Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt”? Johannes 15:8. USG3 253.2

Het hart van de Heiland gaat uit naar Zijn volgelingen die Gods doel in zijn hoogte en diepte volbrengen. Zij moeten één zijn in Hem, al zijn ze ook over de ganse wereld verspreid. Maar God kan hen niet één maken in Christus, wanneer ze niet bereid zijn hun eigen weg op te geven voor Zijn weg. USG3 253.3

Wanneer het gebed van Christus ten volle wordt geloofd, wanneer de aanwijzing daarin in het dagelijkse leven van Gods volk wordt opgevolgd, zal eenheid van actie in onze rijen gezien worden. De ene broeder zal met de andere broeder worden verbonden door de gouden banden van de liefde van Christus. Alleen de Geest van God kan deze eenheid tot stand brengen. Hij Die Zichzelf heiligde, kan Zijn discipelen heiligen. Verbonden met Hem zullen ze met elkander verbonden zijn in het allerheiligst geloof. Wanneer wij streven naar deze eenheid zoals God dat wil, zullen we tot deze eenheid komen. USG3 253.4

Het is niet een groot aantal instellingen, grote gebouwen en uiterlijk vertoon wat God van ons verlangt, maar de eensgezinde arbeid van een bijzonder volk, een volk door God verkoren en kostelijk in Zijn oog, die met elkander verbonden zijn, terwijl hun leven met Christus in God verborgen is. leder moet in zijn plaats en bestemming staan, en in gedachte, woord en daad een goede invloed uitoefenen. Alleen wanneer Gods arbeiders dit allen doen, zal Zijn werk tot een symmetrisch geheel voltooid worden. — 1904, vol. 8, blz. 183. USG3 254.1