Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3
SAMENWERKEN MET GOD
De kracht van satanische werktuigen is groot en de Here doet een beroep op Zijn volk elkander te versterken, “uzelf bouwend op uw allerheiligst geloof”. USG3 176.1
In plaats van met Satan samen fe werken, moet een ieder leren wat het zeggen wil met God samen te werken. In deze tijd van ontmoediging heeft Hij een werk te laten doen dat ons in staat zal stellen elkander te ondersteunen. Allen moeien schouder aan schouder staan, één van hart als medearbeiders van God. Wat zou niet tot stand gebracht kunnen worden in en door de genade Gods, wanneer de leden van de gemeente eensgezind zouden staan om Zijn arbeiders te ondersteunen met hun gebeden en hun invloed te helpen wanneer ontmoediging zich aan alle kanten voordoet! Dan is het tijd om als trouwe rentmeesters te werken. USG3 176.2
Inplaats van kritiek en veroordeling, moeten onze broeders en zusters ten aanzien van het werktuig des Heren woorden van bemoediging en vertrouwen spreken. God doet op hen een beroep om de harten te bemoedigen van hen die de zware lasten dragen, want Hij werkt met hen samen. Hij doet een beroep op Zijn volk om de ondersteunende kracht van Zijn werktuig te erkennen. Eert de Here door uw uiterste best te doen het de invloed te verlenen die daarvan moet uitgaan. USG3 176.3
Wanneer u de kans hebt, spreekt dan eens een woord fot de arbeiders; spreekt woorden waarvan kracht en bezieling zullen uitgaan. We zijn ten opzichte van elkander te onverschillig. Te vaak vergeten we dat onze medearbeiders kracht en bemoediging nodig hebben. Zorgt ervoor dat in tijden van bijzondere moeilijkheden en zwarigheden u hen verzekert van uw belangstelling en medeleven. Terwijl u tracht hen te helpen door uw gebeden, moet u hun ook zeggen dat u dit doet. Zendt over de gehele linie Gods boodschap tot Zijn arbeiders: “Wees sterk en heb goede moed.” Jozua 1 : 6. USG3 176.4
De directeuren van onze instellingen hebben een zeer moeilijke taak om de orde en de tucht te handhaven en verstandig om te gaan met de jonge mensen die onder hen staan. De leden van de gemeente kunnen veel doen door hen ter zijde te staan. Wanneer de jongeren niet bereid zijn zich aan de regel van de instelling fe onder-werpen, of bij een of ander verschil van zienswijze mef hun superieuren, besloten zijn hun eigen weg te volgen, laten de ouders zich dan niet blindelings scharen aan de kant van hun kinderen. USG3 177.1
Het is beter, veel beter, dat uw kinderen hef ontgelden, beter dat ze in hun graf liggen, dan daf hun geleerd wordt lichtvaardig om te gaan met beginselen die het fundament vormen van de trouw ten opzichte van de waarheid, van hun medemensen en van God. USG3 177.2
Zijn er moeilijkheden mef degenen die boven hen staan, gaat dan rechtstreeks fot hen die aan hef hoofd staan en verneemt daar de waarheid. Bedenkt daf de leiders van de verschillende afdelingen veel befer dan anderen weten welke regels gehandhaafd moeten worden. Laat zien dat u vertrouwen hebt in hun oordeel en eerbied voor hun gezag. Leert uw kinderen diegenen te eerbiedigen en te achten aan wie God eerbied en ach-ting heeft getoond door hen op vertrouwensposten fe plaatsen. USG3 177.3
Op geen andere wijze kunnen de leden van de gemeente doelmatiger de pogingen van de directeuren onzer instellingen ondersteunen dan door in hun eigen gezin een voorbeeld van de juiste orde en tucht te geven. Laten ouders in hun woorden en gedragingen hun kin deren een voorbeeld geven van hetgeen zij in hun kinderen graag zouden zien. Laat men zich aanhoudend toeleggen op een zuiverheid van woorden en op ware Christelijke beleefdheid. Laat er geen aanmoediging zijn tot zonde, tot kwaadspreken, tot kwaaddenken. Leert de kinderen en opgroeiende jeugd eerbied voor zichzelf te hebben, trouw tegenover het beginsel, trouw tegenover God fe zijn. Leert hun dat ze de wet van God en de regels van hef gezin eerbiedigen en gehoorzamen. Dan zullen ze de beginselen in hun leven in praktijk brengen en zullen die ook handhaven in hun omgang met anderen. Zij zullen hun naaste liefhebben als zichzelf; zij zullen een zuivere atmosfeer scheppen en zullen een invloed uitoefenen die zwakke zielen zal bemoedigen het pad te bewandelen dat leidt naar de heiligheid en de hemel. USG3 177.4
Kinderen die zó worden opgevoed, zullen in onze instellingen geen last, geen zorg zijn; zij zullen een steun zijn voor hen die de verantwoordelijkheid dragen. Onder de juiste leiding zullen zij klaargemaakt worden om posten van vertrouwen in te nemen, en zullen door lering en voorbeeld anderen aansporen het goede te doen. Zij zullen hun persoonlijke talenten naar waarde schaffen en het besfe gebruik maken van hun lichamelijke, verstandelijke en geestelijke krachten. Zulke zielen staan sterk in de verzoeking; ze zijn niet gemakkelijk te overwinnen. Onder Gods zegen zijn zulke karakters lichtdragers; hun invloed zal ertoe bijdragen dat anderen worden opgeleid voor het zakelijke leven dat tevens een practisch Christe- lijk leven zal zijn. USG3 178.1
De leden van de gemeente, vol van Christus’ liefde voor zielen, en met een open oog voor hun voorrechten en kansen, kunnen op de jonge mensen van onze instellingen een onschatbare invloed ten goede uitoefenen. Hun voorbeeld van getrouwheid in het gezin, in het zakelijke en in de gemeente, hun vriendelijkheid in de omgang en Christelijke hoffelijkheid, gepaard aan een oprechte belangstelling voor het geestelijke welzijn van de jeugd, zullen aanhoudend bijdragen tot karaktervorming bij deze jonge mensen om God en hun medemensen fe dienen, zowel in dif leven als in hef toekomende. USG3 178.2