Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3
HET DOEL VAN ONZE PUBLICATIES
Onze publicaties hebben een zeer heilig werk te doen, door de geestelijke basis van ons geloof op een heldere, duidelijke en eenvoudige wijze aan het licht te brengen. Aan alle kanten kiezen de mensen partij; allen scharen zich ôf onder de banier der waarheid en gerechtigheid ôf onder de banier van de afvallige machten die streven naar de opperheerschappij. In deze tijd moet Gods boodschap aan de wereld gegeven worden met zó’n voortvarendheid en kracht, dat de mensen van oog tot oog en 1902, Vol. 7, blz. 150—160 van hart tot hart staan ten opzichte van de waarheid. Zij moeten zien hoezeer onze boodschap verheven is boven de talloze dwalingen die zich op de voorgrond willen dringen om, zo mogelijk, het Woord van God voor deze ernstige tijd te overwoekeren. USG3 153.3
Het grote doel van onze uitgaven is, God te verheerlijken en de aandacht van de mensen te vestigen op de levende waarheden van Zijn Woord. Schenkt uw aandacht eens aan Gods bemoeienissen met Zijn volk in het verleden. Zie hoe Hij hen, wanneer zij Zijn banier droegen, voor hun vijanden verheerlijkte. Maar wanneer zij in zelfverheerlijking zich losmaakten van hun verbond, wanneer zij een kracht en een beginsel verheerlijkten die in tegenstelling met Hem stonden, dan brachten zij over zichzelf onheil en verslagenheid. USG3 154.1
Verdiept u eens in de ervaring van Daniël. Toen hij geroepen werd om voor Nebukadnezar te staan, aarzelde Daniël niet, te getuigen van de bron zijner wijsheid. Deed dat trouwe erkennen van God afbreuk aan Daniëls invloed aan het hof van de koning? Volstrekt niet; dat was het geheim van zijn kracht; dat deed hem stijgen in de gunst van de heerser van Babylon. In de Naam van God maakte Daniël de koning bekend met de van de hemel gezonden boodschappen van onderricht, waarschuwing en berisping, en hij werd niet afgewezen. Laten Gods arbeiders van deze tijd het krachtige, moedige getuigenis van Daniël lezen en zijn voorbeeld volgen. USG3 154.2
Nooit begaat de mens een groter dwaasheid dan wanneer hij naar de gunst en erkenning van de wereld streeft door de trouw en eer aan God verschuldigd, op een of andere wijze op te offeren. Wanneer wij ons ergens plaatsen waar God met ons niet kan samenwerken, zal onze kracht zwakheid blijken te zijn. Alles wat ooit is gedaan om in de mens het beeld van God te herstellen, is gedaan omdat God de werkende kracht is in de arbeider. Alleen Zijn kracht kan het lichaam herstellen, de geest kracht verlenen of de ziel vernieuwen. In ons uitgeverswerk, op welk ander gebied ook, of in ons Christelijke leven, moet de waarheid worden aangetoond van Christus’ woorden: “Zonder Mij kunJ gij niets doen.” Johannes 15:5. USG3 154.3
God heeft de mens onsterfelijke beginselen gegeven, waarvoor op een goede dag alle menselijke kracht zich zal buigen. Hij doet op ons een beroep om, door voorschrift en voorbeeld, aan de wereld een demonstratie van deze beginselen te geven. Voor hen die Hem eren doo- een trouwe verknochtheid aan Zijn Woord, zal het resultaat glorievol zijn. Het wil heel wat zeggen, te staan op beginselen die door de eeuwen der eeuwigheid zullen blijven bestaan. USG3 155.1