Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

82/289

OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR ARBEIDERS

Onze instellingen moeten in de hoogste zin werktuigen voor de zending zijn en waar zendingswerk begint altijd in de naaste omgeving. In elke instelling is zendingswerk te doen. Van de directeur tot de geringste arbeider moeten allen een verantwoordelijkheid voelen voor de onbekeerden in hun eigen omgeving. Zij moeten ernstige pogingen doen om ze tot Christus te brengen. Als resultaat van zulk pogen zullen velen gewonnen en trouwe arbeiders voor God worden. USG3 149.5

Wanneer onze uitgeverijen hun verantwoordelijkheid gaan beseften, zullen ze de noodzakelijkheid zien om voor een betere opleiding van arbeiders te zorgen. Zij zullen inzien welke gunstige voorwaarden voor dit werk zij kunnen scheppen en zullen de noodzaak zien om de arbeiders klaar te maken, niet alleen om het werk binnen hun eigen grenzen op te bouwen, maar ook om een krachtige hulp te verschaffen aan de instellingen in nieuwe velden. USG3 150.1

Het is Gods bedoeling dat onze uitgeverijen succesvolle opvoedingsscholen zijn, zowel in de zakelijke als in de geestelijke lijn. Beheerders en aangestelden moeten er altijd aan denken dat God in alle dingen met Zijn werk verbonden, volmaaktheid eist. Laten allen die op onze instellingen komen om daar opgeleid te worden, dit begrijpen. Laat men allen de gelegenheid geven de grootst mogelijke bekwaamheid te verkrijgen. Laten ze bekend worden met de verschillende afdelingen van het werk, zodat, wanneer ze naar andere velden worden geroepen, zij op alle gebied thuis zijn en aldus in staat zijn verschillende verantwoordelijkheden te aanvaarden. USG3 150.2

Leerlingen moeten zó gevormd worden dat, na de nodige tijd op de instelling fe hebben doorgebracht, ze klaar zijn om op een of andere drukkerij aan het werk gesteld te worden en ze het werk Gods kunnen bevorderen door het beste gebruik van hun krachten en bekwaam zijn om wat zij geleerd hebben, door te geven aan anderen. USG3 150.3

Al de arbeiders moet het besef worden bijgebracht dat ze niet alleen geschoold moeten worden op zakelijk gebied, maar ook moeten leren om geestelijke verantwoordelijkheden te dragen. Laat men elke arbeider inscherpen hoe belangrijk het is in persoonlijke gemeenschap met Christus te staan, een persoonlijke ervaring te hebben van Zijn kracht om te redden. Laat men de arbeiders opvoeden als waren ze jongelingen in de scholen der profeten. Laat hun geest gevormd worden door God door middel van Zijn verordineerde werktuigen. Allen moeten ook een qpleiding in de Bijbelse lijnen ontvangen en moeten geworteld en gegrond zijn in de beginselen der waarheid, opdat ze in de weg des Heren zullen wandelen om te doen gerechtigheid en gericht. USG3 150.4

Laat men alles doen om de zendingsgeesf op fe wekken en aan fe moedigen. Laat men de arbeiders het hoge voorrecht doen gevoelen, hun geboden in dit laatste werk der zaligheid, om door God als Zijn helpende hand gebruikt fe worden. Laaf men ieder, waar hij zich ook bevindt, leren voor anderen te werken door practische arbeid voor zielen. Laaf men allen Ieren Gods Woord ter hand te nemen om onderricht te ontvangen op elk gebied voor hef zendingswerk. Wanneer hun dan hef Woord des Heren is foebedeeld, zal daf hen aanzetfen om zodanig de velden fe bewerken, dat God uit alle delen van Zijn wijngaard de beste opbrengsten krijgt. USG3 151.1