Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3
HOOFDSTUK 44—DE WAARDE VAN GODS WOORD
Wanneer dwalingen onze rijen binnensluipen, dan moeten we ons daarover niet in een strijd laten betrekken. In alle getrouwheid moeten we de berispende boodschap brengen, en dan leiden we de geest der mensen af van hersenschimmige, onjuiste ideeën, en tonen de waarheid in tegenstelling met de dwaling. Het naar voren brengen van hemelse onderwerpen zal het verstand openen voor beginselen die rusten op een fundament zo bestendig als de eeuwigheid. USG3 243.1
De gelovigen wier Christelijke overtuigingen blijvend en standvastig zijn, en die een vast karakter hebben, zijn voor de Meester van heel veel waarde in Zijn dienst. Niets kan hen aftrekken van het geloof. De waarheid is voor hen een kostbare schat. USG3 243.2
Gods waarheid wordt gevonden in Zijn Woord. Zij, die menen dat zij de tegenwoordige waarheid elders moeten zoeken, moeten zich opnieuw bekeren. Zij moeten verkeerde gewoonten afleggen, boze wegen verlaten. Zij moeten opnieuw de waarheid zoals die is in Jezus, gaan zoeken, opdat hun karaktervorming zich zal voltrekken in harmonie met de lessen van Christus. Wanneer zij hun menselijke ideeën loslaten en ziende op Christus de hun door God gegeven plichten aanvaarden, terwijl ze veranderd worden naar Zijn beeld, zullen ze zeggen: “Nader mijn God, tot U, nader tot U.” USG3 243.3
Met het Woord van God in onze hand kunnen we, stap voor stap, in een toegewijde liefde Jezus steeds dichter benaderen. Wanneer men beter bekend wordt met de Geest van God, zal men de Bijbel aannemen als het enige fundament des geloots. Gods volk zal het Woord ontvangen als de bladeren van de boom des levens, kostbaarder dan fijn goud, gelouterd in het vuur, en krachtiger tot heiligmaking dan welk ander middel ook. USG3 243.4
1904, Vol. 8, blz. 192—194