Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

110/289

ONZE GROOTSTE BEHOEFTE

Indien ons geloof ontbreekt waar we staan, wanneer moeilijkheden zich voordoen, zal ons hef geloof ontbreken waar we ons ook bevinden. USG3 195.1

Wat we het meest nodig hebben, is geloof in God. Wanneer we zien op de donkere kant, dan verliezen we ons vertrouwen op de Here God van Israël. Wanneer het hart openstaat voor vrees en gissingen, worden op de voortgaande weg door het ongeloof hinderpalen gelegd. Laten we nooit het gevoel krijgen dat God Zijn werk in de steek heeft gelaten. USG3 195.2

Er moet minder ongeloof aan de dag gelegd worden; men moet zich niet verbeelden dat dit of dat de weg verspert. Gaat voorwaarts in het geloof; vertrouwt op de Here dat Hij voor Zijn werk een weg zal banen. Dan zult u rust vinden in Christus. Wanneer u geloof beoefent en uzelf plaatst in een rechte verhouding tot God, alsook uzelf inspant om uw plicht te doen, zal de Heilige Geest op u inwerken. De vele problemen die even zovele verborgenheden zijn, kunt u voor uzelf oplossen door aanhoudend op God te vertrouwen. Hef is niet nodig daf u als een blinde in het rond tast, omdat u staat onder de leiding van de Heilige Geest. U kunt in vertrouwen wandelen en werken. USG3 195.3

Wij moeten minder geloof hebben in wat wij kunnen doen en meer geloof in wat de Here voor ons kan doen, wanneer we rein willen zijn van hand en hart. U bent niet bezig met uw eigen werk; u doet het werk van God. USG3 195.4

Er is meer liefde nodig, meer oprechtheid, minder achterdocht, minder kwaad denken. We moeten niet zo gauw klaar staan om te hekelen en te beschuldigen. Juist dat is zulk een kwaad in Gods oog. Het hart moet door de liefde onderworpen en zacht gemaakt worden. De krachteloze toestand van ons volk vloeit voort uit het feit dat hun harten niet in de juiste verhouding staan tot God. Vervreemding van Hem is de oorzaak dat op onze instellingen zulke zware lasten drukken. USG3 196.1

Tob niet zo. Door op het uiterlijke te zien en te klagen wanneer moeilijkheden en zwarigheden komen, openbaart u een ziekelijk zwak geloof. Laat door uw woorden en uw werken zien dat uw geloof onoverwinnelijk is. De Here heeft ontelbare hulpbronnen tot Zijn beschikking. De wereld is Zijn eigendom. Ziet op Hem Die licht en kracht en alle doelmatigheid kan schenken. Hij wil een iegelijk zegenen die probeert licht en liefde uit te delen. USG3 196.2

De Here verlangt dat allen begrijpen dat hun voorspoed met Hem in Christus is verborgen; dat die af- afhankelijk is van hun nederigheid en zachtheid, hun algehele gehoorzaamheid en toewijding. Wanneer zij de les van de Grote Leraar zullen leren, om het eigen-ik te laten sterven, niet te vertrouwen op de mens, noch vlees tot hun arm te stellen, dan zal de Here als ze tot God roepen, in elke tijd van nood een aanwezige Helper zijn. Hij zal hen leiden in het gericht. Hij zal aan hun rechterhand staan om hun raad te geven. Hij zal tot hen zeggen: “Dit is de weg, wandelt gijlieden daarin.” USG3 196.3

Laten de broeders op verantwoordelijke posten de arbeiders geloof en moed inspreken. Werpt uw net uit aan de rechterzijde van het schip, de kant van het geloof. Zo lang als de deur der genade openstaat, moet u laten zien wat door een toegewijde, levende gemeente gedaan kan worden. USG3 196.4