Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

23/289

HOOFDSTUK 6—DE GEMEENTE EN DE ARBEIDERS

1900, Vol. 6, blz. 417—420 USG3 48.1

Het is hoog tijd dat de leden van onze gemeenten zich gaan inspannen om de mannen die de laatste genade- boodschap aan de wereld brengen, te steunen. Laten de gemeenteleden aan de waarschuwingsboodschap, die door Gods boodschappers in de wereld wordt uitgedragen, kracht verlenen door een praktisch godsdienstig leven. Denkende mensen worden ongerust wanneer ze de toestand in de wereld bezien. Wanneer zij, die ,een kennis der waarheid bezitten, Bijbelse beginselen willen uitleven en daarmee aantonen, dat ze geheiligd zijn door de waarheid, dat ze ware navolgers zijn van de zachtmoedige, nederige Heiland, zullen zij een invloed uitoefenen waardoor zielen voor Christus worden gewonnen. USG3 48.2

Alles wat staat beneden een actief, oprecht dienen van de Meester, stempelt onze belijdenis des geloofs tot een leugen. Alleen het Christendom, dat zich openbaart in oprechte, praktische arbeid, zal indruk op hen die dood zijn in overtredingen en zonden. Biddende, nederige, gelovige Christenen, zij die door hun werken tonen dat hun grootste verlangen is de zaligmakende waarheid bekend te maken, waardoor alle mensen getoetst zullen worden, zullen voor de Meester een rijke zielenoogst inzamelen. USG3 48.3