Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3

217/289

HOOFDSTUK 62—EEN WERK VOOR DEZE TIJD

Naarmate de dagen verstrijken wordt het meer en meer duidelijk dat de oordelen Gods in de wereld zijn. Door middel van branden, overstromingen en aardbevingen waarschuwt Hij de bewoners der aarde dat Zijn komst nabij is. De tijd is nabij dat de grote crisis in de geschiedenis der wereld een aanvang zal nemen, dat elke daad in de regering Gods met intense belangstelling en on-uitsprekelijke vrees zal worden gadegeslagen. In snelle opeenvolging zullen de oordelen Gods elkaar volgen — brand en overstroming en aardbeving, met oorlog en bloedvergieten. USG3 344.1

O, dat de mensen toch de tijd van hun bezoeking mochten kennen! Zo velen zijn er die de toetsende waarheid voor deze tijd nog niet hebben gehoord. En velen zijn er ook met wie de Geest van God twist. De tijd van Gods vernietigende oordelen is de tijd van genade voor hen die geen gelegenheid hebben gehad om de waarheid te leren kennen. In alle tederheid ziet de Here op hen neer. Zijn hart vol genade is er door ontroerd; Zijn hand is nog uitgestrekt om te redden, terwijl de deur gesloten is voor degenen die niet wilden ingaan. USG3 344.2

De genade Gods is te zien in Zijn grote lankmoedigheid. Hij houdt Zijn oordelen nog in, tot de waarschu- wingsboodschap tot allen is doorgedrongen. O, mocht ons volk de op hen rustende verantwoordelijkheid om de laatste genadeboodschap aan de wereld te brengen, toch eens voelen zoals het moest, wat een wonderbaarlijk werk zou dan gedaan worden! USG3 344.3

Aanschouwt de steden en hun behoefte aan het Evangelie! Meer dan twintig jaar is het gebrek aan vlijtige arbeiders onder de massa’s van de steden mij voorgehouden. Wie dragen de last voor het werk in de grote steden? Enkelen hebben die taak aanvaard, maar in vergelijking met de grote nood en de vele kansen is aan dit werk slechts weinig aandacht geschonken. USG3 344.4

1909, Vol. 9, blz. 97—108