Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3
GOD GEOPENBAARD IN CHRISTUS
Als een persoonlijk wezen heeft God Zichzelf geopenbaard in Zijn Zoon. Jezus, hef afschijnsel van de heerlijk heid des Vaders, “en het uitgedrukte beeld Zijner zelfstandigheid” (Hebreeën 1 : 3), werd op aarde gevonden in de gestalte van een mens. Als een persoonlijke Heiland kwam Hij naar de wereld. Als een persoonlijke Heiland voer Hij ten hemel. Als een persoonlijke Heiland bemiddelt Hij in de hemelse hoven. Vóór de troon van God dient ten onze gunste “Een de Zoon des mensen gelijk zijnde.” Openbaring 1:13. USG3 269.4
Christus, het Licht der wereld, omsluierde de verblindende glans van Zijn goddelijkheid, en kwam om als een mens te verkeren onder de mensen, opdat ze, zonder verteerd te worden, bekend zouden worden met hun Schepper. Geen mens heeft ooit God gezien, behalve wanneer Hij is geopenbaard door Christus. USG3 270.1
“Ik en de Vader zijn één,” heeft Christus gezegd. “Niemand kent de Zoon dan de Vader, noch iemand kent de Vader dan de Zoon, en wien het de Zoon wil openbaren.” Johannes 10:30; Mattheüs 11 : 27. USG3 270.2
Christus kwam om menselijke wezens te onderrichten wat God wil dat zij weten. In de hemelen hierboven, op de aarde, in de brede wateren van de oceaan, zien we het werk van Gods handen. Alle geschapen dingen getuigen van Zijn kracht, Zijn wijsheid, Zijn liefde. Maar niet van de sterren of van de oceaan of van de grote waterval kunnen wij de persoonlijkheid van God leren kennen zoals deze geopenbaard is in Christus. USG3 270.3
God zag dat een duidelijker openbaring dan de natuur nodig was om zowel Zijn persoonlijkheid als Zijn karakter te schilderen. Hij zond Zijn Zoon in de wereld om, zover als het menselijke oog dat kon verdragen, de aard en de kenmerken van de onzichtbare God te openbaren. USG3 270.4
Had God verlangd om voorgesteld te worden als persoonlijk verblijvende in de dingen der natuur — in de bloem, de boom, het grassprietje — zou Christus, toen Hij hier op aarde was, dat dan niet aan Zijn discipelen hebben verteld? Maar nergens wordt in de leer van Jezus van God op deze wijze gesproken. Christus en de apostelen leerden duidelijk de waarheid van het bestaan van een persoonlijk God. USG3 270.5
Christus openbaarde alles van God wat zondige menselijke wezens konden dragen zonder vernietigd te worden. Hij is de Goddelijke Leraar, de Voorlichter. Had God gedacht dat wij aan andere openbaringen dan die gegeven door Christus en Zijn geschreven Woord, behoefte zouden gehad hebben, dan zou Hij ze ons gegeven hebben. USG3 271.1