Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 3
HOOFDSTUK 33—BESTUURSVERGADERINGEN
Zij die aan bestuursvergaderingen deel nemen, moeten er aan denken dat ze samenkomen met God Die hun een taak heeft gegeven. Laten ze bijeenkomen met eerbied en toewijding des harten. Zij moeten belangrijke aangelegenheden bespreken die verbonden zijn met het werk des Heren. Tot in de kleinste bijzonderheden moeten hun daden aantonen dat ze verlangend zijn om Zijn wil te begrijpen ten aanzien van de plannen gelegd voor de vooruitgang van Zijn werk. Laten ze geen minuut verspillen aan een onbelangrijke gedachtenwisseling; want de aangelegenheden des Heren moeten gedaan worden op een zakelijke, volmaakte wijze. Wanneer een of ander lid van een bestuur wat onverschillig en oneerbiedig is, herinnert hem er dan aan dat hij in tegenwoordigheid is van een Getuige door Wie alle daden in de weegschaal worden gewogen. USG3 199.3
Mij is getoond dat bestuursvergaderingen niet altijd de goedkeuring van God wegdragen. Sommigen zijn tot deze vergaderingen gekomen met een koude, harde, kritische, liefdeloze geest. Die kunnen veel kwaad stichten; want met hen is aanwezig de boze die hen houdt aan de verkeerde kant. Niet zelden veroorzaakt hun ongevoelige houding tegenover de te bespreken zaken verwarring, en worden besluiten die genomen moesten worden, uitgesteld. Gods dienstknechten, die rust en slaap zo nodig hadden, werden er wanhopig onder en gingen gebukt onder de last van deze dingen. In de hoop alsnog tot een besluit te kunnen komen, bleven zij vergaderen tot diep in de nacht. Maar hef leven is veel te kostbaar dat het op deze wijze in gevaar zou worden gebracht. Legt de last op de Here. Wacht op Hem om de moeilijkheden op te lossen. Geeft de vermoeide hersenen eens rust. Ongeschikte, nachtelijke uren zijn slecht voor de lichamelijke, de verstandelijke en de zedelijke krachten. Wanneer aan de hersenen de juiste rusttijden werden gegeven, zouden de gedachten helder en scherp zijn en het zakelijke zou erdoor bevorderd worden. USG3 200.1