Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1
LEVENDE REPRESENTANTEN VAN CHRISTUS
Predikers van Christus, ge kunt verbonden zijn met God indien ge wilt waken en bidden. Laat uw woorden gekruid zijn met zout en laat christelijke hoffelijkheid en een ware houding uw gedragingen bezielen. Wanneer in uw binnenste de vrede Gods heerst, zal zijn kracht u niet enkel versterken, maar ook uw harten verzachten, en gij zult levende representanten van Christus zijn. De mensen, die de waarheid belijden, wijken van God af. Jezus zal weldra komen, en zij zijn onvoorbereid. De predikant moet zelve op een hoger niveau komen, tot een geloof dat zich kenmerkt door groter vastheid, tot een ervaring, die leeft en bezielt, niet gewoon en alledaags als die van belijders-in-naam. USG1 551.1
Het Woord van God stelt u een hoog doelwit. Wilt ge door vasten en bidden, komen tot, de volmaaktheid en duurzaamheid van een Christelijk karakter? Gij moet rechte paden voor uw voeten maken, anders zal de kreupele van de weg af raken. Een nauwe gemeenschap met God zal u in uw arbeid die vitale kracht geven, die het geweten wakker schudt, en de zondaar van zonde overtuigt en hem doet roepen: “Wat moet ik doen om zalig te worden?” USG1 551.2
De opdracht, die Jezus vlak voor Zijn hemelvaart aan Zijn discipelen gaf, luidde: “Gaat dan henen, onderwijst al de. volken, dezelve dopende in de Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En zie, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld”. Mattheüs 28 : 19, 20. “Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor degenen, die door hun woord in Mij geloven zullen.” Johannes 17 : 20. De opdracht omvat hen, die door Zijn discipelen in Zijn Woord zullen geloven. En allen die door God geroepen worden om als gezanten van Hem op te treden, moeten de lessen over practische godsvrucht, hun door Christus in Zijn Woord gegeven, ter harte nemen en die de wereld leren. USG1 551.3
Christus opende voor Zijn discipelen de Schriften, beginnende met Mozes en de Profeten, en onderrichtte hen in alle dingen betreffende Hemzelf, en legde hen ook de profetieën uit. De apostelen gingen in hun prediking terug tot Adams tijd, leidden hun toehoorders door de profetische geschiedenis, en eindigden met Christus en Die gekruisigd, de zondaren opwekkende tot bekering, tot verzaking van hun zonden en terugkeer tot God. De representanten van Christus in onze tijd moeten hun voorbeeld volgen en in ieder gesprek Christus groot maken als de Verhevene, Die alles in allen is. USG1 551.4