Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

273/329

HOOFDSTUK 93—VOORBEREIDING OP CHRISTUS’ KOMST

In het pas ontvangen gezicht te Battle Creek, gedurende onze algemene conferentie, werd mij ons gevaar als volk getoond, dat we eerder de wereld, dan het beeld van Christus gelijkvormig worden. Wij staan nu op de grenzen der eeuwigheid, maar het is de opzet van de vijand der zielen om ons zo te leiden dat we het einde des tijds maar ver en ver van ons afschuiven. Satan zal op alle mogelijke wijzen hen belagen, die belijden het geboden-houdend volk Gods te zijn en uit te zien naar de wederkomst van onze Heiland op de wolken des hemels met macht en grote heerlijkheid. Zo velen als maar mogelijk is, zal hij er toe brengen om de boze dag maar te verschuiven en de wereld gelijkvormig te worden 1879, Vol: 4, blz. 306—313 door haar gewoonten na te volgen. Het verontrustte mij hevig toen ik zag dat de geest der wereld hart en verstand bezielde van velen, die volop belijden de waarheid te geloven. Zelfzucht en zelfbevrediging worden door hen gekoesterd, maar ware godsvrucht en strikte onkreukbaarheid worden niet aangekweekt, USG1 521.1

De engel Gods wees op hen, die de waarheid belijden, en herhaalde op plechtige toon deze woorden: “En wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap en zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens overkome. Want gelijk een strik zal hij komen over al degenen, die op de ganse aardbodem gezeten zijn. Waakt dan te allen tijd, biddende, dat gij moogt waardig geacht worden te ontvlieden al deze dingen, die geschieden zullen, en te staan voor de Zoon des mensen”. Lukas 21 : 34—36. USG1 522.1

Gezien hoe kort de tijd nog maar is, moeten wij als volk waken en bidden, en in geen geval onszelf toestaan dat we afgeleid worden van het plechtige voorbereidingswerk op de grote gebeurtenis, die ons te wachten staat. Omdat het ogenschijnlijk al zo lang geduurd heeft, zijn velen zorgeloos en onverschillig geworden ten aanzien van hun woorden en daden. Zij zijn zich hun gevaar niet bewust en zien en begrijpen de genade Gods niet in het verlengen van hun genadetijd, opdat ze in de ge-legenheid zijn karakters te vormen voor het toekomstige, onsterfelijke leven. Elk moment is van de hoogste waarde. Tijd wordt hun verstrekt, niet om te gebruiken ten eigen gerieve om zich te wortelen in deze wereld, maar om aangewend te worden ten einde elke fout in hun karakter te overwinnen, en, door voorbeeld en persoonlijke inspanning, anderen te helpen de schoonheid der heiligheid te zien. God heeft een volk op aarde, dat in geloof en heilige verwachting de rol vervult van de zich voltrekkende profetie, en dat er naar streeft de ziel te reinigen in het gehoorzamen der waarheid, opdat ze niet aangetroffen worden zonder het bruiloftskleed wanneer Christus zal verschijnen. USG1 522.2