Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 1

248/329

HOOFDSTUK 86—SENSATIONELE OPWEKKINGEN

Er is in — te veel een verdeelde belangstelling ontstaan. Wanneer een nieuwe opwekking zich voordoet, dan zijn er sommigen die met hun invloed aan de verkeerde kant gaan staan. Een ieder moet op zijn hoede zijn, wanneer misleidingen binnenstuipen met het doel van de waarheid af te leiden. Er zijn mensen, die altijd klaar staan om iets nieuws, iets vreemds aan te horen; en de vijand der zielen vindt in deze grote steden meer dan voldoende om de nieuwsgierigheid op te wekken en de geest af te houden van de grote heiligende waarheden voor dit laatste der dagen. USG1 476.2

Wanneer elke ongestadige godsdienstige opwekking sommigen nalatig doet zijn om door hun tegenwoordigheid 1876, Vol. 4, b lz. 75—76
(Medearbeiders van Christus)
en invloed de minderheid, die een onpopulaire waarheid gelooft, te steunen, zal er in plaats van kracht veel zwakheid in de gemeente zijn. Satan gebruikt tal van middelen om zijn doel te bereiken; en wanneer onder hef mom van populaire godsdienst, hij weifelende, wankele mensen van het pad der waarheid kan afbrengen, heeft hij al veel bereikt om de kracht van Gods volk te breken. Dit op en neer golvend opwekkingsenthousiasme, dat komt en gaat gelijk de baren der zee, heeft een misleidend uiterlijk, waardoor tal van eerlijke mensen gaan geloven dat het de ware Geest des Heren is. Het wekt heel wat bekeerlingen. Degenen met een emotioneel temperament, de zwakken en onstandvastigen, scharen zich onder zijn banier; maar wanneer de vloed zich terug trekt, bemerken ze dat ze als eenzamen op het strand der zee zijn achtergebleven. Wordt niet misleid door valse leraren, noch laat u leiden door ijdele woorden. De vijand van zielen is ervan overtuigd dat hij genoeg schotels heeft met prettige fabelen om aan de begeerte van allente voldoen.
USG1 476.3

Er zullen altijd lichtende meteoren verschijnen; maar de lichtflits, die ze achter laten, gaat onmiddellijk uit in een duisternis, die nog zwarter schijnt dan tevoren. Deze sensationele godsdienstige opwekkingen, die ontstaan uit anecdoten en door het vertoon van excentriciteiten en buitennissigheden, kan men allemaal vergelijken met werk aan de oppervlakte, en diegenen van ons geloof die onder de ban komen van of meegesleept worden door die flitslichten, zullen nooit het werk Gods opbouwen. Bij het minste of geringste zijn ze bereid hun invloed terug te trekken en anderen over te halen om die vergaderingen te bezoeken, waar ze horen wat de ziel verzwakt en de geest verwart. Juist omdat men zich zo af laat trekken van het werk, lijdt de zaak Gods zo ', n slepend bestaan. We moeten standvastig zijn in het geloof; we moeten daarin onwrikbaar geworteld zijn. We hebben onze taak voor ons liggen, namelijk om het licht der waarheid, zoals dat geopenbaard is in Gods wet, op anderen te laten schijnen en hen uit de duisternis te trekken. Om te slagen vereist dit werk een bewuste, volhardende energie om doelbewust te handelen. USG1 477.1