Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2
ONKREUKBAARHEID IN HET ZAKELIJKE
Het werk is tot stilstand gekomen omdat beginselen des Evangelies niet gehoorzaamd zijn door hen die beweren navolgers van Christus te zijn. De halfslachtige manier waarop sommige colporteurs, oudere zowel als jongere, hun werk hebben gedaan, laat zien dat zij nog belangrijke lessen hebben te leren. Veel werk dat op goed geluk af is gedaan, is onder mijn aandacht gekomen. Sommigen hebben gebrekkige gewoonten aan-genomen en die gebrekkigheid is overgebracht in het werk van God. De boekenhuizen zijn diep in de schuld gekomen, omdat colporteurs hun schuld niet betaalden. Colporteurs dachten dat zij slecht behandeld werden zo van hen een prompte betaling werd geëist voor de boeken welke zij ontvingen van de uitgeverijen. Nochtans is de eis van prompte betaling de enige weg om het zakelijke op een gezonde basis te houden. USG2 581.4
De zaken moeten zó worden geregeld dat colporteurs voldoende hebben om van te leven zonder hun crediet te overschrijden. Deze deur der verzoeking moet gesloten en gegrendeld worden. Evenwel hoe eerlijk een colporteur mag zijn, zo zullen in zijn werk zich omstandigheden voordoen die voor hem een pijnlijke verzoeking zullen zijn. USG2 582.1
Luiheid en traagheid zijn geen vruchten die groeien aan de christelijke boom. Geen ziel kan zich ophouden met uitvluchten of oneerlijkheid in het beheer van ‘s Heren goederen, en onschuldig staan voor God. Allen die dit doen, verloochenen daardoor Christus. Terwijl zij belijden Gods wet te houden en te onderwijzen, falen zij in het handhaven van haar beginselen. USG2 582.2
Met getrouwheid moet met ‘s Heren goederen worden omgegaan. De Here heeft de mensen bekleed met leven en gezondheid en redelijke krachten, Hij heeft hun lichamelijke en verstandelijke kracht gegeven om te beoefenen; en moeten deze gaven dan niet trouw en ijverig gebruikt worden tot heerlijkheid van Zijn Naam? Hebben onze broeders er wel aan gedacht dat zij rekenschap moeten afleggen van al de talenten die zij ontvangen hebben? Hebben zij verstandig gehandeld met de goederen huns Heren of hebben ze Zijn bezit op roekeloze wijze er door gebracht, en staan ze in de hemel opgetekend als ontrouwe dienstknechten? Velen spenderen hef geld huns Heren aan zogenaamd losbandig genoegen; zij doen geen ervaring op in zelfverloochening, maar besteden geld aan ijdele dingen en falen om het kruis van Christus te dragen. Velen aan wie God kostelijke kansen heeft geboden, hebben hun leven verknoeid, en verkeren nu in gebrek en ellende. USG2 582.3
God verlangt dat een zeer besliste verbetering in de verschillende onderdelen van het werk wordt aangebracht. Het zakelijke dat verricht wordt in verband met het werk Gods moet gekenmerkt worden door groter stiptheid en nauwkeurigheid. Men heeft zich niet krachtig genoeg ingespannen om de noodzakelijke hervorming door te voeren. USG2 583.1