Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2
EEN KOSTELIJKE ERVARING
Die met de colportagearbeid begint zoals het behoort, moet zowel leraar als leerling zijn. Terwijl hij probeert anderen te onderwijzen, moet hijzelf leren het werk van een evangelist te doen. Wanneer colporteurs het terrein ingaan met nederige harten, vol lust om het werk te doen, zullen ze tal van gelegenheden krijgen om een woord ter rechter tijd te spreken met zielen die in hun ontmoediging ten onder dreigen te gaan. Na voor deze ongelukkigen gewerkt te hebben, zullen ze kunnen zeggen: “Gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in de Here.” Efeziërs 5 : 8. Wanneer zij de zondige levensweg van anderen zien, kunnen ze Zeggen: “Dit waart gij sommigen; maar gij zijt afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd in de Naam van de Here Jezus en door de Geest onzes Gods.” 1 Corinthiërs 6:11. USG2 580.1
Die voor God werken, zullen met ontmoediging te kampen hebben, maar altijd kunnen ze zeker zijn van de belofte: “Zie Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld”. Mattheüs 28 : 20. God zal een allerwonderlijkste ervaring geven aan hen die zullen zeggen: “Ik geloof Uw belofte; ik zal niet falen noch ontmoedigd worden.” USG2 580.2