Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

215/315

HOOFDSTUK 58—DE NOODZAAK VAN HERVORMING OP ONDERWIJSGEBIED

“En zij zullen de oude, verwoeste plaatsen bouwen, de vroegere vernielingen weder oprichten en de verwoeste steden vernieuwen die vernield waren van geslacht tot geslacht.” “En gij zult genoemd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder herstelt om te bewonen.” Jesaja 61 : 4; 58 : 12. Deze woorden der Inspiratie schilderen de gelovigen in de tegenwoordige waarheid het werk dat nu gedaan moet worden in de scholing van onze kinderen en opgroeiende jeugd. Toen de waarheid voor dit laatste der dagen naar de, wereld kwam in de verkondiging van de boodschappen van de eerste, de tweede en de derde engel, werd ons getoond dat in het onderwijs van onze kinderen tal van veranderingen moesten aangebracht worden; maar het heeft lang geduurd om te begrijpen welke veranderingen dat moesten zijn. USG2 429.1

Ons werk is een hervormingswerk, en het is Gods opzet om door het uitstekende werk dat gedaan wordt op onze onderwijsinstellingen de aandacht der mensen te vestigen op de laatste grote poging om te redden wat verloren is. Op onze scholen moet het peil van het onderwijs niet naar beneden gaan. Dat moet hoger en steeds hoger worden opgevoerd, ver boven het peil waarop wij nu staan; maar de scholing die wij geven moet zich niet enkel beperken tot hetgeen er in de leerboeken staat. Het bestuderen van de leerboeken alleen kan de leerlingen niet de discipline verschaffen die ze nodig hebben en evenmin kan daaruit de ware wijsheid verkregen worden. Het doel van onze scholen is, een plaats te verschaffen waar de jongere leden van het gezin des Heren opgeleid worden overeenkomstig Zijn plan ten aanzien van groei en ontwikkeling. USG2 429.2

Satan heeft de vernuftigste methoden toegepast om Zijn plannen en beginselen in te schakelen in de verschillende onderwijsmethoden, ten einde zo beslag te leggen op het verstand van de kinderen en de opgroeiende jeugd. Het is het werk van de ware opvoeder om zijn bedenksels te doorkruisen Wij staan onder een plechtig, heilig verbond met God om onze kinderen groot te brengen voor Hem en niet voor de wereld; om hen te leren dat ze niet hun kansen leggen in de hand der wereld, maar dat ze God liefhebben en vrezen en Zijn geboden houden. Hun moet de gedachte ingescherpt worden dat ze gemaakt zijn naar het beeld van hun Schepper en dat Christus het voorbeeld is waarnaar zij gevormd moeten worden. Veel bijzondere aandacht moet geschonken worden aan het onderwijs dat ook een kennis der zaligheid zal verschaffen en dat het leven en karakter zal kneden naar het Goddelijke evenbeeld. Het is de liefde Gods, de reinheid van ziel, als gouden draden met het leven verweven, die enkel waarde heeft. De hoogte die de mens aldus kan bereiken, is hij zich nog niet ten volle bewust. USG2 430.1

Voor de vervulling van dit werk moet een breed fundament worden gelegd. Een nieuwe richtlijn moet uitgestippeld worden en de scholieren moeten geholpen worden dat ze Bijbelse beginselen toepassen in alles wat zij doen. Wat krom is, wat ook maar buiten de rechte lijn steekt, moet duidelijk aan het licht komen en vermeden worden; want dat is ongerechtigheid die niet mag voortduren. Het is van belang dat het hart van elke onderwijzer uitgaat naar gezonde beginselen en leerstellingen, want dat is het licht dat moet schijnen op de weg van alle scholieren. USG2 430.2