Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

210/315

HOOFDSTUK 55—VROUWEN ALS EVANGELISATIEARBÉIDSTERS

Het werk dat begonnen is om onze zusters te helpen dat zij hun persoonlijke verantwoordelijkheid voor God gevoelen» is een goed en noodzakelijk werk. Heel lang is dat echter verwaarloosd. De Here zou willen dat wij altijd de waarde van de menselijke ziel zouden voorhouden diegenen die haar waarde niet inzien. En wanneer dat werk gedaan wordt langs duidelijke, eenvoudige, besliste lijnen, mogen we verwachten dat de huiselijke plichten, in plaats van te worden verwaarloosd, met meer verstandelijk begrip zullen gedaan worden. USG2 420.2

Wanneer wij het kunnen klaarspelen om geregelde, georganiseerde groepen te vormen die verstandelijk worden onderricht aangaande het deel dat zij moeten doen als arbeidsters voor de Here, zullen onze Gemeenten een levenskracht bezitten die ze al zo lang nodig hebben. De uitnemendheid van de ziel voor wie Christus stierf om die te redden, zal gewaardeerd worden. Onze zusters in het aJgemeen hebben een moeilijke tijd met hun steeds groter wordende gezinnen en hun niet ge-waardeerde beslommeringen. Ik heb altijd zo gaarne géwild dat er vrouwen zijn die opgeleid worden om onze zusters te helpen dat deze bevrijd worden van hun ontmoediging, en aanvoelen dat ze een werk voor de Here kunnen doen. Dat zal zonneschijn brengen in hun eigen leven, wat weerkaatst zal worden in het leven van anderen. God zal allen zegenen die zich aaneensluiten voor dit grote werk. USG2 421.1

Vele jeugdige en ook oudere zusters zien wat op tegen een godsdienstig gesprek. Zij waarderen hun kansen niet. Zij sluiten de vensteren der ziel die open moesten staan naar de kant van de hemel en zetten de vensters wijd open aan de kant van de aarde. Maar wanneer zij de hoge waarde zien van de menselijke ziel, zullen zij de naar de aarde gerichte vensters sluiten, die immers alleen maar verband houden met wereldse genoegens vol dwaasheid en zonde, en zullen de vensters hemelwaarts openen om geestelijke dingen te aanschouwen. Het Woord van God moet hun zekerheid, hun hoop, hun vrede zijn. Dan kunnen zij zeggen: “Ik wil het licht van de Zon der Gerechtigheid ontvangen om daarin anderen te laten delen.” USG2 421.2

De succesvolste zwoegers zijn zij die blijmoedig aan de slag gaan om God te dienen in kleine dingen. Elk menselijk wezen moet werken met zijn levensdraad om die te hechten in het weefsel teneinde het patroon te helpen voltooien. USG2 421.3

Het werk van Christus bestond grotendeels uit persoonlijke gesprekken. Hij zag heel veel in het onder houd met een enkele ziel. Door die ene ziel werd de verkregen kennis uitgedragen aan duizenden. USG2 421.4