Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

164/315

HOOFDSTUK 42—DE VERBORGENHEDEN VAN DE BIJBEL

EEN BEWIJS VAN DE INSPIRATIE GODS

“Zult gij de onderzoekingen Gods vinden? Zult gij tot de volmaaktheid toe de Almachtige vinden? Zij is als de hoogten der hemelen; wat kunt gij doen? Dieper dan de hel; wat kunt gij weten?” Job. 11 : 7, 8. “Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de Here. Want gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzó zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan ulieder gedachten.” Jesaja 55 : 8, 9. “Ik immers ben God, en er is geen ander God, en niemand is Mij gelijk; Ik, Die van den beginne de afloop verkondig en van ouds wat nog niet geschied is.” Jesaja 46 :9, 10. N.V: Het is onmogelijk voor het eindige verstand der mensen, het karakter of de werken van de Oneindige ten volle te begrijpen. Voor het scherpste verstand, voor de machtigste en meest geschoolde geest moet dat heilige Wezen altijd in verborgenheid gehuld blijven. USG2 320.1

De apostel Paulus roept uit: “O diepte des rijkdoms beide der wijsheid en der kennis Gods, hoe ondoorzoekelijk zijn Zijn oordelen en onnaspeurlijk Zijn wegen!” Romeinen 11 : 33. Maar al “zijn rondom Hem wolken en donkerheid: gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Zijns troons”. Psalm 97 : 2. Zo ver kunnen wij Zijn handelwijze met ons en de beweegredenen waardoor Hij wordt gedreven, begrijpen, dat we een grenzeloze liefde en barmhartigheid, verbonden met oneindige macht, kunnen ontdekken. Wij kunnen precies zoveel van Zijn opzet verstaan als goed voor ons is; en buiten dit alles moeten we vertrouwen op de macht van de Almachtige, de liefde en wijsheid van de Vader en 1889, Vol. 5, blz. 698—711 Heerser over alles. Evenals het karakter van zijn Goddelijke Maker, plaatst het Woord van God ons voor verborgenheden die door sterfelijke wezens nooit algeheel kunnen begrepen worden. Het richt onze gedachten op de Schepper, Die “een ontoegankelijk licht bewoont”. 1 Timotheüs 6:16. Het brengt ons Zijn doelstellingen, die al de eeuwen van de geschiedenis der mensheid omvatten en die enkel in de eindeloze kringloop der eeuwigheid hun vervulling zullen krijgen. Het vraagt onze aandacht voor onderwerpen van oneindige diepte en belangrijkheid ten aanzien van de heerschappij van God en het lot des mensen. USG2 320.2

Het komen van de zonde in de wereld, de vlees-wording van Christus, wedergeboorte, opstanding en vele andere onderwerpen die in de Bijbel te vinden zijn, zijn verborgenheden, te diep voor de menselijke geest om te verklaren of zelfs ten volle te verstaan. Maar God heeft ons in de Schriften voldoende bewijs gegeven van hun Goddelijk karakter, en wij moeten niet aan Zijn Woord gaan twijfelen omdat we al de verborgenheden van Zijn voorzienigheid niet kunnen begrijpen. USG2 321.1

De gedeelten van de Bijbel waarin deze grote onderwerpen vóórkomen, moeten niet overgeslagen worden als zijnde van geen nut voor de mens. Al wat God ons heeft willen bekend maken, moeten we aannemen op het gezag van Zijn Woord. Al wordt ook maar alleen een vermelding van feiten gegeven, zonder verklaring van het hoe en waarom, zo moeten we, al kunnen we het niet begrijpen, dat toch als waar aannemen, omdat God het gezegd heeft. De gehele moeilijkheid ligt in de zwakheid en begrensdheid van het menselijke verstand. USG2 321.2