Uit De Schatkamer Der Getuigenissen, vol. 2

149/315

HOOFDSTUK 38—DE ZONDE TEGEN DE HEILIGE GEEST

Broeder X, u vraagt of u de zonde begaan hebt waarvoor geen vergeving is in dit leven, noch in het toekomende. Ik antwoord: Ik zie niet hot minste bewijs dat dit het geval is. Wat houdt de zonde tegen de Heilige Geest in? Dat is eigenwillig het werk van de Heilige Geest toeschrijven aan Satan. Bijvoorbeeld, veronderstel dat iemand getuige is van het bijzondere werk van de Geest van God. Hij heeft overtuigend bewijs dat hel werk in harmonie is met de Schriften, en de Geest getuigt met zijn geest dat het uit God is. Nadien echter valt hij onder verzoeking; hovaardij, eigenwaan, of een ander kwaad beheerst hem; en al hel bewijs van hef Goddelijke karakter daarvan verwerpend, verklaart hij, dat wat hij tevoren had erkend als zijnde de kracht van de Heilige Geest, de kracht van Satan was. Hef is door middel van Zijn Geest, dal God werkt op hel menselijke hart; en wanneer mensen eigenwillig de Geest verwerpen en zeggen dat die uit Satan is, snijden ze de verbinding door waardoor God mof hen in aanraking kan komen. Door het bewijs te loochenen dat God hun wel heeft willen geven, doven zij hef licht dat in hun harten heeft geschenen, met als gevolg dat ze in duisternis worden gelaten. Zodoende worden de woorden van Christus bewaarheid: “Indien dan het licht dat in u is, duisternis is, hoe groot zal de duisternis zelf zijn!” Mattheüs 6:23. Gedurende enige tijd kunnen mensen die deze zonde bedreven hebben, kinderen Gods gelijken, maar wanneer omstandigheden zich voordoen om het karakter te ontwikkelen en te laten zien met welk een geest ze eigenlijk bezield zijn, zal men constateren dat ze op ’s vijands grond staan, geschaard onder zijn zwarte banier. USG2 280.1

Mijn broeder, de Geest nodigt u heden uit. Kom met uw gehele hart tot Jezus. Heb berouw over uw zonden, belijd ze voor God, verzaak alle ongerechtigheid, en u kunt zich al Zijn beloften toeëigenen. “Wendt u naar Mij toe, wordt behouden” (Jesaja 45 :22), zo luidt Zijn lieflijke uitnodiging. USG2 281.1

De dag zal komen dat de vreselijke aankondiging van Gods gramschap voltrokken zal worden over allen die volhard hebben in hun ontrouw jegens Hem. Dit zal zijn wanneer God moet spreken en in gerechtigheid verschrikkelijke dingen doen tegen de overtreders van Zijn wet. Maar u behoeft niet te zijn onder degenen die zullen vallen onder de wrake Gods. Het is nu de dag van Zijn zaligheid. Het licht van het kruis van Golgotha schijnt nu in heldere, machtige stralen, en openbaart ons Jezus, ons Offer voor de zonde. Wanneer u de beloften leest waarop ik u gewezen heb, bedenk dan dat ze de uitdrukking zijn van onuitsprekelijke liefde en barmhartigheid. Het grote hart van oneindige Liefde richt zich met onuitputtelijk mededogen op de zondaar “In Welke wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden.” Efeze 1 :7. USG2 281.2

Ja, geloof enkel dat God uw Helper is. Hij wil Zijn zedelijk beeld in de mens herstellen. Wanneer u zich lot Hem wendt onder belijden en berouw, zal Hij Zich tot u wenden met genade en vergiffenis. Wij zijn de Here alles schuldig. Hij is de bewerker van onze zaligheid. Wanneer u uws zelfs zaligheid werkt met vreze en beven “is het God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen”. USG2 281.3