Gezin En Gezondheid

2/36

Richtlijnen voor een betere levenswijze

opvoeding in de beginselen der gezondheid is heden ten dage meer nodig dan ooit tevoren. Niettegenstaande de wonderlijke vooruitgang op het gebied van de geriefelijkheden des levens, ook wat betreft de gezondheidsdienst en de behandeling van ziekten, is het verval van lichamelijke kracht en uithoudingsvermogen alarmerend. Dit vraagt de aandacht van allen, die hart hebben voor het welzijn van hun medemensen. GG 9.1

Onze gekunstelde, opgeschroefde beschaving bereidt de weg voor euvels, die verderfelijk zijn voor gezonde beginselen.Gewoonten en vormen zijn in strijd met de natuur. De praktijken die daaruit ontstaan, het toegeven aan lusten, tasten voortdurend de lichamelijke en verstandelijke krachten aan, en leggen de mensheid een ondragelijke last op. Onmatigheid en misdaad, ziekte en ellende, zijn aan de orde van de dag. GG 9.2

Velen overtreden de gezondheidswetten onbewust en derhalve moet men hen daarop wijzen. Maar de meesten weten beter dan zij doen. Hun moet het belang onder ogen gebracht worden, dat zij hun kennis ook moeten gebruiken voor een betere levenswijze. GG 9.3

In het algemeen wordt te weinig aandacht geschonken aan het behoud van een goede gezondheid. Het is toch veel beter ziekte te voorkomen dan de behandeling te kennen, wanneer deze zich voor mocht doen. GG 9.4

Het is de plicht van iedereen, voor zijn eigen bestwil en die der mensheid, zich op de hoogte te stellen van de wetten des levens en die nauwgezet te gehoorzamen. Allen moeten bekend worden met het meest wonderlijke van alle organismen, het menselijk lichaam. Zij moeten begrip hebben van de functie’s der verschillende organen, en hoe deze op elkander zijn aangewezen voor een gezonde functionnering van het geheel. Zij moeten de invloed bestuderen van de geest op het lichaam, en van het lichaam op de geest, alsmede de wetten, waaronder GG 9.5

Zuivere lucht, zonlicht, matigheid, rust, lichaamsoefening, zekere kennis bezitten van natuurgeneeswijzen en hoe die toe zij staan. GG 10.1

een juist diëet, het gebruik van water, vertrouwen in goddelijke kracht, ziedaar de ware geneesmiddelen. Een ieder moet een te passen. Het is nodig zowel de beginselen te verstaan inzake ziekenverpleging, als in de praktijk die kennis op de juiste wijze toe te passen. GG 10.2

Het gebruik van natuurlijke geneesmiddelen vereist bepaalde zorg en moeite, die menigeen zich niet wil getroosten. Het genezingsen opbouwproces van de natuur geschiedt geleidelijk, en voor de ongeduldige vaak al te langzaam. GG 10.3

Het opgeven van nadelige gewoonten vraagt een offer. Maar ten slotte zal men ervaren, dat de natuur, indien niet aan banden gelegd, haar werk verstandig en goed doet. Zij, die volhouden te gehoorzamen aan haar wetten, zullen de vruchten in gezondheid van lichaam en geest oogsten. GG 10.4

We kunnen er niet genoeg aan herinnerd worden, dat gezondheid niet van het toeval afhangt. Dat is een gevolg van gehoorzaamheid aan de wet. Dit wordt erkend door hen, die deelnemen aan athletische spelen of buitengewone prestaties van het lichaam moeten verlangen. Deze mensen onderwerpen zich aan de zorgvuldigste voorbereiding. Zij stellen zich onder ijzeren tucht en ondergaan een nauwgezette training. Elke physieke gewoonte wordt aan een vaste regel getoetst. Zij weten, dat nalatigheid, uitspatting of zorgeloosheid, die een orgaan of lichaamsfunctie verzwakt of aantast, een nederlaag tengevolge zou hebben. GG 10.5

Van hoeveel meer belang is zo’n nauwgezetheid om een overwinning te behalen in de strijd des levens. Het zijn geen spiegelgevechten, waarin we betrokken zijn. We nemen deel aan een strijd, waar het eeuwig wel of wee vanaf hangt. We staan tegenover onzichtbare vijanden. Boze engelen streven naar de heerschappij over ieder menselijk schepsel. GG 10.6

Wat de gezondheid benadeelt, vermindert niet alleen de lichaamskracht, maar zal ook de geestelijke en zedelijke krachten verzwakken. Het zich overgeven aan een of andere ongezonde gewoonte, maakt het iemand moeilijker om goed en kwaad van elkander te onderscheiden en dientengevolge zal men het kwaad moeilijker kunnen weerstaan. Het vergroot het gevaar te falen en ten onder te gaan. GG 10.7

„Die in de loopbaan lopen, lopen allen wel, maar één ontvangt de prijs.” In de strijd, waarin wij betrokken zijn, kunnen allen winnen, die zich de tucht willen opleggen om aan de juiste beginselen te gehoorzamen. De praktijk van deze beginselen in de levensdetails, wordt maar al te vaak als van geen belang beschouwd — een te onbeduidende aangelegenheid — om daaraan aandacht te schenken. Maar gezien hetgeen er op het spel staat, is niets, waarmede we te doen hebben, van belang ontbloot. Elke daad werpt haar gewicht in de schaal, die zal overslaan naar ‘s levens overwinning of ondergang. De Bijbel vraagt ons: „Loopt dan zó, dat gij die behaalt” (N. Vert.) (1 Cor. 9 : 24). GG 11.1

Bij onze eerste ouders had een onmatig verlangen het verlies van het Paradijs ten gevolge. Matigheid in alle dingen heeft meer te doen met onze terugkeer tot de Hof van Eden, dan men zich bewust is. GG 11.2

Wijzende op de zelfverloochening, op de onthouding, waaraan de mededingers in de oude Griekse spelen zich onderwierpen, schrijft de apostel Paulus: „Een iegelijk, die om prijs strijdt, onthoudt zich in alles. Deze dan doen wel dit, opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke. Ik loop dan alzó, niet als op het onzekere; ik kamp alzó, niet als de lucht slaande; maar ik bedwing mijn lichaam,en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gepredikt heb, zelf verwerpelijk worde” (1 Cor. 9 : 25—27). GG 11.3

De vooruitgang in de hervorming berust op een duidelijke erkenning van de grondwaarheid. Waar enerzijds het gevaar schuilt in een begrensde philosophie of een versteende, koude orthodoxy, is er anderzijds groot gevaar in een zorgeloos liberalisme. Het fundament van een blijvende hervorming is de wet van God. Wij moeten in duidelijke, klare lijnen aantonen hoe nodig het is deze wet te gehoorzamen. Haar beginselen moeten de mensen worden voorgehouden. Als God zelve, zijn deze eeuwigdurend en onverander lijk. GG 11.4

Eén van de meest betreurenswaardige gevolgen van de oorspronkelijke afval, was het verlies van ‘s mensen macht om zich zelve te beheersen. Alleen wanneer deze macht opnieuw is verkregen, kan er sprake zijn van een wezenlijke vooruitgang. GG 11.5

Het lichaam is het enige middel, waardoor de geest en de ziel zich kunnen ontwikkelen voor de karaktervorming. Het is om die reden, dat de vijand der zielen zijn aanvallen direct richt op het verzwakken en ontaarden van de lichaamskrachten. Zijn succes hier betekent de overgave van het gehele wezen aan het kwade. De neigingen van ons lichamelijk wezen, tenzij dit onder het beheer komt van een hogere macht, zullen zeer zeker ondergang en dood ten gevolge hebben. GG 11.6

Het lichaam moet onder bedwang gebracht worden. De hogere machten van het schepsel moeten overheersen. De lusten moeten beheerst worden door de wil, die op zichzelve weder onder controle van God moet staan. De koninklijke macht der rede, geheiligd door de Goddelijke genade, moet in ons leven de scepter zwaaien. GG 12.1

De eisen Gods moeten geworteld zijn in het geweten. Mannen en vrouwen moeten gewezen worden op de plicht der zelfbeheersing, op de behoefte aan reinheid, op verlossing uit de kluisters van ontaarde begeerten en bezoedelende gewoonten. In hun harten moet het feit gegrift worden, dat al hun krachten van geest en lichaam gaven Gods zijn, en dat deze in de best mogelijke conditie moeten bewaard blijven voor Zijn dienst. GG 12.2

In die rituële dienst van het verleden, die het Evangelie symbolisch voorstelde, mocht geen gebrekkig offer op ‘s Heeren altaar gebracht worden. Het offer, dat Christus symboliseerde, moest vlekkeloos zijn. Het woord van God wijst hierop ter illustratie, hoe Zijn kinderen moeten zijn — „heilig en onberispelijk”, „een levende offerande”, „Gode welbehagelijk” (Efeze 5 : 27; Romeinen 12 : 1). GG 12.3

Zonder de Goddelijke kracht kan geen oprechte hervorming tot stand komen. Menselijke obstakels tegen de natuurlijke en aangekweekte neigingen zijn wat de zandbank is in de stroom. De verzoekingen, die ons besluipen van binnen en van buiten uit kunnen we alleen dan weerstaan, wanneer het leven van Christus een bezielende kracht in ons leven wordt. GG 12.4

Christus kwam naar deze wereld en Zijn leven was gefundeerd op Gods wet, opdat de mens een volmaakte heerschappij zou bezitten over de natuurlijke begeerten, die een verderf zijn voor de ziel. Het is de Heelmeester van lichaam en ziel, Die de overwinning geeft over de teugelloze driften. Hij heeft elke voorziening getroffen, opdat de mens een volmaakt karakter zou bezitten. GG 12.5

Wanneer iemand zich aan Christus overgeeft, dan wordt de geest gesteld onder de beheersing van de wet; maar het is de koninklijke wet, die vrijheid brengt aan iedere gevangene. Wanneer de mens één wordt met Christus, is hij vrij gemaakt. Onderwerping aan de wil van God betekent herstel der volmaakte menselijke natuur. GG 11.1

Gehoorzaamheid aan God is de invrijheidstelling uit de slavernij der zonde, de bevrijding van menselijke driften en neigingen. De mens mag daar staan als overwinnaar over zichzelve, als overwinnaar van zijn persoonlijke afwijkingen, overwinnaar over overheden en machten; over „de geweldhebbers der wereld, der duisternis dezer eeuw” en over „de geestelijke boosheden in de lucht” (Efeze 6 : 12). GG 11.2

Nergens is zulk onderricht meer nodig en nergens zal dit rijker vruchten afwerpen dan in het gezin. Ouders hebben te doen met de ware grondslagen van gewoonte en karakter. Deze gezondheidshervorming moet beginnen met hun de principes van Gods wet voor te houden, waar deze de lichamelijke zowel als de morele gezondheid voorstaan. Zij laat zien dat gehoorzaamheid aan Gods woord de enige beveiliging is tegen de afwijkingen, die de wereld naar de afgrond voeren. Plaats de verantwoordelijkheid van ouders in een helder licht, niet enkel voor hun eigen bestwil, maar ook om dat der kinderen. GG 11.3

Zij geven aan hun kinderen òf een voorbeeld van gehoorzaamheid, òf van overtreding. Door hun voorbeeld en leer wordt het lot van hun gezin bepaald. De kinderen zullen zijn wat hun ouders van hen maken. GG 11.4

Wanneer ouders er toe gebracht konden worden de resultaten van hun werkzaamheid na te gaan, en konden zien hoe, door hun voorbeeld en leer, zij de macht der zonde of de macht der gerechtigheid bestendigen en vermeerderen, dan zou spoedig een verandering plaats vinden. Velen zouden traditie en gewoonte loslaten om de Goddelijke beginselen des levens aan te nemen. GG 11.5